| 
  • If you are citizen of an European Union member nation, you may not use this service unless you are at least 16 years old.

  • You already know Dokkio is an AI-powered assistant to organize & manage your digital files & messages. Very soon, Dokkio will support Outlook as well as One Drive. Check it out today!

View
 

OBS De Voorsprong - 5B - Den Haag, Nederland

Page history last edited by Chanderdath Rampersad 7 years, 10 months ago

Hoe gebruik je deze schoolpagina:

 

  • Op deze pagina stellen jullie jezelf voor aan de andere groepen/klassen en plaatsen jullie alle uitwerkingen van de Uitdagingen.
  • Niet alleen de resultaten zijn interessant; het hele leerproces in jullie groep kun je met ons te delen.
    Op deze pagina kan iedereen dan volgen hoe je met elkaar de onderwerpen en je eigen verhalen en ervaringen bespreekt, hoe jullie het werk plannen en de taken verdelen in de eigen groep.
     

 

Feedback geven en ontvangen:

 

  • We vragen jullie om in Uitdaging 1 en 2 feedback te geven aan de andere deelnemers, in de tekstvakken voor feedback op deze pagina, meteen onder de uitwerkingen voor de Uitdagingen 1 en 2. 
    Klik hier voor het feedback-schema, daar vind je de links naar de juiste schoolpagina's.

  • Als jullie feedback willen geven aan andere groepen dan in het schema vermeldt staan, voeg dan een feedback veld aan hun schoolpagina toe of gebruik de 'comment box' helemaal onderaan de pagina.

 



 

Voorstellen / Introductie:

 

Aan de deelnemende schoolkinderen in Suriname.

Hallo allemaal, we zijn kinderen van groep 5B van de Obs De Voorsprong. In deze groep zitten er 18 kinderen: 9 meisjes en 9 jongens. Wij doen allemaal heel goed ons best op school. Jullie ook toch? Onze school bestaat al meer dan 100 jaar! Deze school heette vroeger De Vliegerschool. We zijn bijna allemaal in Nederland opgegroeid, maar veel ouders zijn in het buitenland geboren. Onze school staat in de Schilderswijk in Den Haag en telt bijna 400 kinderen. In Nederland wonen er ongeveer 16 miljoen mensen. Ze komen uit veel verschillende landen, z.a. Marokko, Turkije, Suriname, Curaçao, Bulgarije en Spanje. De laatste tijd komen er ook veel vluchtelingen uit andere verre landen in ons land wonen, z.a. Syrië, Irak en Libië. En daar zijn er ook veel kinderen bij. Dit zien wij de laatste tijd vaak op de t.v. Ze vluchten hun land uit, omdat het daar niet veilig genoeg is. In hun land is er namelijk oorlog en daarom kunnen de kinderen daar niet naar school. Dat kan gelukkig hier wel, omdat ons land een veilig land is. Maar die kinderen moeten hier op school onderwijs volgen in het Nederlands. Dat is voor hen een heel vreemde taal en daardoor gaat het leren op school voor deze kinderen soms heel moeilijk. Maar de mensen in Nederland doen heel hard hun best om ook deze kinderen te helpen. 

 

Wij nemen dit jaar voor het eerst deel aan de Learning Circle en worden begeleid door onze meester Chanderdath en juf Salima. Meester Chanderdath komt uit Suriname en weet heel veel over dat land. Hij heeft daar ook lesgegeven op enkele scholen, voordat hij voorgoed naar Nederland vertrok. Hij vertelt ons soms leuke Surinaamse verhalen, maar ook over dingen die daar echt zijn gebeurd, z.a. de Europeanen die Suriname vroeger hadden ingepikt en de wrede slavernij, die gelukkig niet meer bestaat. En ook over de mooie natuur in Suriname en dat het daar altijd warm is. Lekker! Juf Salima komt uit Marokko en weet natuurlijk ook heel veel over dat land. De meester en de juf zijn beiden heel lief voor ons.  

We kennen in Nederland 4 seizoenen: zomer, herfst, winter en lente. In de zomer is het lekker warm en dan kun je op het strand gaan liggen en zwemmen in de zee. In de herfst regent en waait het soms zo hard dat de bomen al hun blaadjes kwijtraken. De winter kan soms heel erg koud zijn en in de lente begint het gelukkig weer warm te worden en beginnen alle bomen weer bladeren en mooie bloemen te krijgen. Maar wij vinden het in alle seizoenen leuk!

 

Wat betekenen kinderrechten voor ons?

Alle kinderen over de hele wereld hebben een aantal rechten, maar er wordt in vele landen daarmee toch niet voldoende rekening gehouden. Als kinderen volwassen zijn geworden, dan moeten zij helpen hun land vooruit te brengen. Kinderen kunnen later als ze groot zijn, zorgen voor veranderingen en verbeteringen in hun land. Maar als ze niet geschoold zijn, hoe kunnen ze dan hun land helpen opbouwen? Kinderen moeten dus alles krijgen wat ze nodig hebben om zich in alle rust daarop voor te bereiden. Daar hebben alle kinderen in de hele wereld recht op. Maar er zijn op dit moment zoveel landen, waarin de kinderen bijna niets krijgen waar ze recht op hebben, hoewel de regeringen in  die landen beloofd hebben dat wel te doen. Op de t.v. zien we dat in sommige landen veel kinderen geen huis en zelfs geen eten hebben. Ook kunnen ze niet naar school, omdat daar bijna alles verwoest is door de oorlog. Lieve kinderen in Suriname, wij gaan dit jaar samen met jullie na waarom de kinderrechten voor ons heel belangrijk zijn. Daarna gaan we samen aan de regeringen in alle landen vragen om rekening te houden met onze rechten, zodat alle kinderen over de hele wereld tenminste:

-een veilig en liefdevol land hebben, waarin ze naar een goede school kunnen;

-recht hebben op rust en goede verzorging;

-recht hebben op spelen en vrijheid.

 

Nu volgt een filmpje waarin jullie kunnen zien wie we zijn. Wij willen juf Nika hartelijk dank zeggen voor haar bijdrage aan dit filmpje. Ze is de juf die voor een periode van 13 weken aan ons is toegevoegd om ons creatief bij te staan. 

 

 

 

 



 

Uitwerkingen Uitdaging 1:

 

Het proces

Wat hebben we (Groep 5B) tot nu toe gedaan? En hoe zijn we in onze klas verder te werk gegaan?

 

Na de kennismakingsronde hebben we in de 1e uitdaging in 4 tafelgroepjes (2 van 4 en 2 van 5 kinderen) gediscussieerd over enkele vragen die de meester aan ons stelde. In elk groepje had elk kind een taak:

-1 kind stelde de vragen;

-1 kind schreef de antwoorden op een blaadje;

-1 kind hield de tijd in de gaten en

-1 kind zorgde ervoor dat alles goed verliep; in de groep van 5 stelden 2 kinderen om beurten de vragen.

 

We hebben per groep 4 ronden gemaakt, waardoor iedereen in de groep elke taak 1 keer uitvoerde. Elk ronde duurde 3 minuten. Hierna wisselden de beurten en zo ging het door, totdat iedereen in de groep voor alle taken een beurt had gekregen. Juf Nika en de meester liepen af en toe de groepen langs en gaven hier en daar wat instructies.

 

De vragen waarover de discussie ging waren:

-wat is een huis?

-wat is een thuis?

-wat is voor iemand een veilig thuis?

 

Het was niet gemakkelijk om een antwoord te geven op de 2e en 3e vraag. Maar we hebben ons best gedaan, soms geholpen door de meester met enkele doordenkvragen. De antwoorden hebben we op een vel papier opgeschreven en aan de meester gegeven, die alles heeft voorgelezen. Daarna hebben we samen alle goede antwoorden uitgekozen en op een vel papier geschreven. Hierna hebben we weer enkele dagen daarover gediscussieerd en daardoor hebben we meer over kinderrechten geleerd. We hebben ook de artikelen 22, 24 en 27 van het Kinderrechtenverdrag besproken en vinden dat kinderen al hun rechten die daarin staan, ook moeten krijgen.

 

We zijn verder ook op het idee gekomen om wat gedichtjes te schrijven over de kinderrechten. Dit hebben we nu ook al gedaan. De bedoeling hiervan is om de 1e uitdaging goed af te sluiten. En verder ook om op een andere creatieve manier aan te geven, dat wij kinderrechten heel belangrijk vinden. We gaan ze ook in de WIKI doen, zodat de andere scholen die meedoen met dit project ze ook kunnen lezen.

 

We zijn verder vanaf het begin van dit project ook bezig geweest met het leren van enkele Surinaamse schoolliedjes, z.a. Kalebas, Een man die niet kon jagen, Klein vogeltje en Koni Koni. Die kennen we al en wij vinden ze heel mooi.

 

In de laatste week van dit gedeelte van het project zijn we het met zijn allen eens geworden, dat als er geen rekening wordt gehouden met de kinderrechten in een land, dat er in dat land geen toekomst is voor kinderen. En het land waarin kinderen geen toekomst hebben, heeft zelf ook geen toekomst, want er wordt gezegd: ‘’Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’’. Dus een beetje anders gezegd: ‘’Wie geen jeugd heeft, heeft ook geen toekomst’’! De kinderrechten zijn voor kinderen en voor het land heel belangrijk! Het is dus heel belangrijk dat de regering ze naleeft.

 

Uitwerking

 

Na de kennismakingsronde, waarin wij ons in een filmpje op een creatieve wijze aan jullie hebben voorgesteld, volgt nu de 1e uitdaging en hierin moeten we proberen een goed antwoord te geven op de vraag: ‘’Welk huis is voor kinderen een veilig thuis’’?

 

Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden, moeten we natuurlijk eerst weten wat in dit project bedoeld wordt met een huis  en met een thuis en verder ook wat een veilig thuis voor iemand is. Aan de hand van enkele doordenkvragen hebben wij in 4 groepjes (2 van 4 en 2 van 5 kinderen) antwoord gegeven op deze vragen, waarna de meester de antwoorden van de 4 groepen heeft voorgelezen. Daarna hebben wij samen alle punten die wij goed vonden op een blaadje overgeschreven.

 

‘’Wat is een huis’’? en ‘’Wat is een thuis’’?

Toen de meester deze 2 vragen aan ons stelde, moesten we even lachen, want in schrijfwijze is er bijna geen verschil tussen de woorden huis en thuis. Er is maar 1 letter verschil. En eerlijk gezegd, we hadden ook nooit eerder stilgestaan bij het verschil tussen deze woorden, omdat we niet wisten dat er daartussen verschil was. De meeste kinderen riepen daarom gelijk dat ze hetzelfde zijn. Volgens de meester was dat niet zo en door allerlei vragen die hij ons stelde, hebben we kunnen achterhalen, dat hij gelijk heeft en dat het ene letterverschil toch een groot verschil in betekenis van de woorden met zich meebrengt. Het woord huis heeft een meervoudsvorm (huizen), maar thuis niet. Dit is al een verschil, waaraan wij eerder niet eens hadden gedacht. De meester schreef een zin op het bord: ”In zijn nieuwe huis voelt iemand zich niet helemaal thuis’’. Toen zei hij dat hij er zeker van is, dat we zo’n zin ooit hadden gehoord. En dat was waar ook! Hij vroeg toen wat er met deze zin dan bedoeld wordt. We moesten wel heel goed gaan nadenken. Na wat discussie in de groepjes wisten sommige kinderen het verschil al een beetje, maar ze konden dat bijna niet uitleggen. Maar door voorbeelden die de meester steeds gaf en vragen die hij steeds stelde, werd het verschil voor ons ook steeds duidelijker en we hebben uiteindelijk toch kunnen uitleggen wat hij met die vraag bedoelde. Daarmee bedoelde hij dus: ‘’Iemand kan in zijn nieuwe huis gaan wonen, maar voelt zich daarin niet helemaal op zijn gemak’’.  

 

En dit is nu het grote verschil tussen een huis en een thuis. Met huis wordt dus eigenlijk bedoeld een dak boven het hoofd en met thuis wordt bedoeld een dak boven het hoofd op een plek, waar iemand zich ook nog helemaal op zijn gemak (veilig, gelukkig, vrij, vrolijk enz.) voelt en waar hij/zij dus niets mist.Alle mensen hebben een plek waar ze zich beter thuis voelen dan op een andere plek. Ook de uitdrukkingen: ‘’Oost west, thuis best’’ en ‘’Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens’’ geven aan, dat het voor mensen altijd prettiger voelt als ze in hun eigen, bekende omgeving zijn! Het recht op een veilig thuis betekent voor elke mens dus heel veel. Dit recht is voor alle mensen zelfs onmisbaar om een vrij en blij leven te kunnen leiden!  

 

De vraag waarmee we in deze uitdaging aan de slag moesten gaan, was: ‘’Welk huis is voor kinderen een veilig thuis?”. Om op deze vraag een goed antwoord te kunnen geven hebben we eerst moeten uitzoeken wat kinderen allemaal moeten hebben om zich veilig te voelen. We hebben hierover in de klas ook met elkaar gediscussieerd en we hebben een heleboel punten daarvoor kunnen vinden.

 

Om je veilig te voelen moet je:

-een goed huis hebben (als je buiten moet slapen, dan kun je doodgebeten of zelfs opgegeten worden door wilde dieren; maar je kunt ook ziek worden en in koude landen zelfs doodvriezen);

-met eigen gezinsleden kunnen leven (want alleen je eigen gezinsleden kunnen het best voor je zorgen);

-bescherming kunnen krijgen van de regering (als je niet kunt rekenen op bescherming van de overheid, dan ben je ook niet veilig);

-zorg kunnen krijgen bij ziekte of een ongeluk (anders kun je onnodig doodgaan door een ziekte);

-naar school kunnen gaan (zonder school leer je weinig en hierdoor komt je toekomst in gevaar);

-kunnen spelen (kinderen kunnen veel leren door te spelen en zo hun vrije tijd ook nuttig doorbrengen);

-goed kunnen eten en drinken (hoe belangrijk dit voor een mens is, hoeven we niet eens uit te leggen);

-je niet steeds bedreigd voelen (bijv. door boeven of door oorlog of door de natuur);

-je eigen mening kunnen hebben (anders heb je geen vrijheid en dan voel je je ook niet veilig);

-volgens je eigen geloof en cultuur kunnen leven (eigen kerk, feesten, kleding, eten enz.; hierdoor kun je laten zien dat je vrijheid hebt);

-bij een handicap kunnen rekenen op steun van de overheid (geld) en andere hulp (mensen die je kunnen helpen bij o.a. het lopen, eten, douchen en aankleden).

 

Alle kinderen in onze klas vonden de school (bij hun meester en juf) en hun eigen huis (bij hun ouders) de veiligste en gelukkigste plek. Ze vonden ook dat een veilige plek voor iedereen eigenlijk ook een plaats is waar orde en rust is en waar er dus geen:

-geweld (oorlog, boeven, terroristen enz.) is;

-natuurrampen (aardbevingen, vulkanen, overstromingen, enz.) voorkomen en

-armoede heerst (dus werk, huis, goed eten voor iedereen enz.).

 

Maar wat we hebben opgenoemd is nog niet alles, want kinderen hebben ook nog een heleboel andere belangrijke dingen nodig die we niet hebben genoemd. Ook op die dingen hebben ze recht. Er staan in het Kinderrechtenverdrag meer dan 50 kinderrechten. We hebben dus alleen de meest belangrijke kinderrechten opgenoemd.

 

Kinderen voelen zich dus veilig op een plek als er daar met al hun rechten ook echt rekening wordt gehouden en waar er orde en rust heerst; dus als ze op die plek alles kunnen krijgen waar ze recht op hebben om een rustig en onbezorgd leven te kunnen leiden.

 

De artikelen 22, 24 en 27 van het Kinderrechtenverdrag.

Verder hebben we ook lang gediscussieerd over de artikelen 22,  24 en 27 van het Kinderrechtenverdrag.

Wij vinden dat de Gemeente voor de kinderen moet zorgen als hun ouders en hun familie dat niet kunnen. De kinderen moeten alles krijgen wat ze nodig hebben (zie boven), want zo kunnen ze later goede mensen worden en het land helpen opbouwen. Dit geldt ook gevluchte kinderen. Ook zij hebben dus recht op alles wat een mens nodig heeft om later een goed en nuttig mens te kunnen worden.

 

UNICEF

UNICEF is een heel grote organisatie (de Kinderrechtenorganisatie van de VN) die overal in de wereld kinderen helpt die in nood zijn. De mensen die wat geld kunnen missen, kunnen dat aan UNICEF geven en de UNICEF doet daarmee goede dingen voor de arme kinderen. Omdat we kinderrechten heel belangrijk vinden, hadden we een meneer van UNICEF uitgenodigd om ons meer daarover te vertellen. Hij kwam bij ons op school op vrijdag 11 maart en heeft ons 1 uur lang verteld over vluchtelingen en kinderrechten. Wij hebben ook veel vragen aan hem gesteld. Onze school heeft voor de arme kinderen in de wereld een bedrag van €100,- geschonken aan de UNICEF. De kinderen van onze klas willen ook wat geld (ook al is het niet veel) verzamelen voor de arme kinderen. We gaan thuis een klus doen voor onze papa en mama en wat ze ons daarvoor geven gaan we aan UNICEF geven voor de arme kinderen in Nepal waar een tijdje terug een aardbeving bijna alles verwoestte.

 

Onze kinderrechtengedichtjes.

We hebben geprobeerd op een creatieve wijze aan te geven hoe belangrijk kinderrechten voor ons zijn.

De meester vroeg ons om een gedicht te schrijven over kinderrechten. Hij vond dat een gedichtje van 4 regels per kind genoeg was. Elk kind mocht zelf kiezen over welk recht hij of zij zou schrijven. Dat deden we en gingen daarna aan de slag. Maar dat ging toch niet zo gemakkelijk als we gedacht hadden. Daarom liep de meester rondjes en gaf hier en daar wat aanwijzingen. De eerste dag, heeft hij samen met juf Nika (de juf die ons in de kennismakingsronde ook had begeleid) al die gedichtjes bekeken en ze allemaal voorgelezen. Hij vond ze allemaal heel mooi. De dagen daarna gingen we ermee verder en op de laatste dag heeft hij alles weer bekeken en de fouten samen met ons verbeterd en enkele gedichtjes ook een beetje aangepast. Maar bijna alle ideeën zijn van ons zelf gekomen. De gedichtjes staan hieronder. Ik hoop dat jullie ze leuk vinden.

 

Recht op veiligheid en vrijheid

Eindelijk ben ik in mijn kleine huis.

Dus voel ik me toch weer helemaal thuis.

Thuis bij mijn ouders ben ik vrolijk en blij,

want bij hun ben ik helemaal veilig en vrij.

 

Recht op veiligheid en vrijheid

Als ik ziek ben en lig in het ziekenhuis,

ben ik veilig, dus ik voel me daar thuis.

Al zijn ik en mijn ouders niet helemaal blij.

Maar ik voel me daar toch wel vrij.

 

Recht op veiligheid en vrijheid

Ook al ben ik een kind en nog zo klein.

Zelfs buiten voel ik me vrij en heel fijn.

Bij al mijn familie voel ik me veilig.

Want ze zijn voor mij heel heilig.

 

Recht op veiligheid en vrijheid

Ze komen in een bootje via de grote zee.

En nemen heel weinig dingen mee.

Maar ze zijn allemaal toch heel erg blij,

want ze voelen zich eindelijk wel vrij. 

 

Recht op onderwijs

Onderwijs is voor ons een belangrijk recht.

Groot gelijk heeft de persoon die dat zegt.

Als ik lees en reken, dan ben ik blij.

Want op school voel ik me helemaal vrij.

 

Recht op onderwijs

Alle kinderen hebben recht op onderwijs,

alleen zo maken ze zich beter en wijs.

Ze moeten lekker kunnen studeren,

dan zullen de anderen hun beter waarderen.

 

Recht op onderwijs

Op het schoolplein loopt een klein meisje.

Ze is heel blij en fluit een mooi wijsje.

In de klas gaat ze straks lezen en rekenen.

Maar ze kan ook heel mooi tekenen.

 

Recht op een eigen mening

Mijn eigen mening mag ik zeggen,

opschrijven en op de tafel leggen.

Zeg daarom nooit zomaar ja of nee.

Want dan tel je eigenlijk niet mee.

 

Recht op veilig voedsel

Veel kinderen hebben niet eens brood.

Help ze een beetje, anders gaan ze dood.

Want ze hebben allemaal ook recht op leven.

Neem wat tijd en denk hieraan dus ook even.

 

 

Recht op veilig voedsel

Eten en drinken zijn echt onmisbaar.

Help arme kinderen uit het grote gevaar.

Zonder eten en drinken kan niemand groeien,

zelfs de bomen kunnen dan niet eens bloeien.

 

Recht op bescherming

De overheid is in ons land wel lief.

Die beschermt ons goed, ook tegen de dief.

Zo kunnen wij altijd vrij en rustig leven

en hoeven we niet meer te beven.

 

Recht op bescherming

Ik voel me helemaal thuis bij mijn ouders.

Want ze dragen me altijd op hun schouders.

Ook mijn familie is voor mij altijd heilig.

Wie geen familie heeft, voelt zich niet veilig.

 

Recht op zorg bij een handicap

Gehandicapte kinderen verzorgen is goed.

Zo krijgen ze door ons meer moed.

Ga iets goeds doen voor zulke kinderen,

dan kan niemand ze meer hinderen.

 

Recht op zorg bij een handicap

Gehandicapten zijn heel lieve mensen.

We moeten ze altijd goede dingen wensen.

En we moeten ook altijd goed voor ze zijn.

Dat vinden ze vast en zeker heel fijn.

 

Recht op zorg bij een handicap

Ik mis een oog, een hand of een voet.

Zo voel ik me niet helemaal goed.

Geef maar een klein beetje hulp aan mij.

Dan staat God en iedereen ook aan jouw zij. 

 

Recht op eigen geloof en cultuur

Het is niet belangrijk uit welk geloof ik kom.

Want dat maakt mij niet knap of dom.

Eigen cultuur hebben is ook belangrijk.

Al wordt daardoor niemand arm of rijk.

 

Recht op een dak boven het hoofd

Ik voel me veilig in mijn huis bij mijn knuffelbeer,

want hier hoef ik niet steeds heen en weer.

Mijn mooie voetbalclub is mijn tweede thuis,

ik voel me daar net zo veilig als in m’n eigen huis.

 

 

Recht op een dak boven het hoofd

Kinderen zijn kinderen, heel jong of oud.

Zonder een huis hebben ze het allemaal koud.

In een huis kunnen ze rennen, spelen en dansen.

Wat zouden ze in hemelsnaam nog meer wensen.

 

Recht op een dak boven het hoofd

Alle kinderen hebben recht op huizen.

Maar dan wel zonder ratten en muizen.

Met  enge dieren  erbij  is niemand zo blij.

Want  dan  voel  je  je  niet  veilig  en  vrij.

 

Recht op spelen

Als ik helemaal niet mag spelen,

dan ga ik me heel erg vervelen.

Ook al ben ik nog zo klein,

dat is voor mij toch niet fijn.

 
       

 

 

 

 


 

Feedback van: (naam van de groep of klas die feedback geeft)

 

 


 

Feedback van: (naam van de groep of klas die feedback geeft)

 

 


  We hebben een Skype ontmoeting met ........................ (groep / klas / school)
                                                            op .........................(datum) 

                                                           om .........................(tijdstip)

 



 

Uitwerkingen Uitdaging 2:

 

Planning uitdaging 2

 

Deze uitdaging duurt volgens planning van de projectleiding van 4 april tot 8 mei, maar omdat er van 2 t/m 16 mei voorjaarsvakantie is in Zuid Holland, vindt de afronding van uitdaging 2 bij ons in de laatste week van april al plaats.

 

Wanneer en wat gaan we in deze fase doen? Hoe gaan we het doen?

 

April

1e week: 4-8

Stap 1: Gesprek over 3 kinderrechten.

*We met elkaar in gesprek over 3 kinderrechten, nl. de artikelen 28, 31 en 32 van het Kinderrechtenverdrag. M.b.v. enkele doordenkvragen gaan we bespreken en onderzoeken wat die rechten voor ons betekenen.

*We krijgen bezoek van Liliane Fonds.

*We gaan een lied maken van ons Kinderrechtengedicht (zie uitd. 1) en beginnen met het inoefenen ervan.  

 

2e week: 11-15

Stap 2: De opdrachten 

*We gaan nog even verder met het bespreken van de 3 kinderrechten.

*We gaan:

--de opdrachten van deze uitdaging en de bijbehorende films bekijken en bespreken/uitleg geven;

--1 of meer opdrachten kiezen.

*We krijgen bezoek van Amnesty International.

*We gaan ons Kinderrechtenlied verder inoefenen.

 

3e week: 18-22

*We gaan verder aan de slag met de gekozen opdrachten:

--een eigen school ontwerpen en

--een brief schrijven aan Urmila.

*Het inoefenen van ons Kinderrechtenlied voltooien, het opnemen en in de Wiki doen.

 

4e week: 25-29

*Afronding van uitdaging 2:

--de bouw van de school wordt afgerond en een foto ervan komt in de Wiki;

--de brief voor Urmila wordt voltooid en op haar site geplaatst.

*We gaan weer een poging wagen om te skypen met een school in Suriname.

*We gaan het ingezamelde geld voor Nepal overmaken.

(We zamelen al vanaf het begin van dit project geld in voor de wederopbouw van een school in Nepal).

 

Mei

3e week: 17-20 mei

De kinderen gaan deze week een nieuw kinderrecht verzinnen.

 

4e week: 23-27 mei

 

Nepal

*We gaan het ingezamelde geld voor Nepal overmaken.

(We zamelen al vanaf het begin van dit project geld in voor de wederopbouw van een school in Nepal).

.......................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Uitwerking (resultaat) uitdaging 2

Week 1: 4-8 april

Stap 1

De afgelopen week hebben we bijna elke dag in onze klas gesprekken gevoerd over de artikelen 28, 31 en 32 van het Kinderrechtenverdrag.

 

Na onze discussies kunnen we stellen dat alle kinderen in de hele wereld recht hebben op goed onderwijs (art. 28). Als de regering haar land goed wil ontwikkelen, dan zijn er daarvoor goed geschoolde mensen nodig. Omdat kinderen van nu het volk van de toekomst zijn, vinden we dus dat ze het recht hebben (de kans moeten krijgen) om naar school te gaan. Alleen daar kunnen ze van hun leraren al de dingen leren die ze nodig hebben om later voor hun land en voor alle andere mensen in hun land (en ook voor het buitenland) een goed en nuttig mens te worden. Met ongeschoolde mensen kun je een land nooit goed ontwikkelen. Wij vinden verder ook dat kinderen verplicht zijn om naar school te gaan, want als ze niet leren wat ze moeten leren en daardoor later geen (goed) werk kunnen vinden, dan moeten de regering en de andere mensen in dat land later voor ze zorgen. Het land heeft dus niets aan zulke mensen. Soms worden ze bedelaars of criminelen. Kinderen die niet naar school gaan moeten dus gedwongen worden om naar school te gaan. Er zijn in de wereld ook veel kinderen die wel naar school willen gaan, maar dat niet kunnen. En dat is niet hun schuld. Dit kan liggen aan:

-oorlog in hun land (de scholen zijn kapot geschoten, het is niet veilig om uit huis te gaan);

-natuurrampen (bijv. door overstroming zijn de scholen niet bereikbaar) en

-armoede (de ouders zijn te arm en kunnen de school niet betalen). 

 

Wij vinden dus dat het land eerst iets voor de jeugd moet doen (de jeugd de kans geven om te leren) en de jeugd kan alleen dan als volwassenen later iets terugdoen voor dat land (het geleerde gebruiken om het land te helpen ontwikkelen). Zo hebben land en volk allebei iets aan elkaar.  

 

Wij vinden verder ook dat het recht op vrije tijd en om te spelen (art. 31) voor elk kind ook heel belangrijk is. Een kind mag in zijn of haar vrije tijd goede dingen doen, die hij of zij leuk vindt en niet dingen doen die anderen voor hun leuk vinden. Kinderen kunnen door vrij te spelen heel veel leren. Als ze zo bezig zijn, dan leren ze bijv. allerlei spelletjes doen, samenwerken met anderen, zelf beslissingen nemen, een eigen mening hebben en rekening houden met de rechten van anderen. En dit alles heeft een mens nodig om later als ze groot zijn, goed te kunnen functioneren. Ze moeten dus niet gedwongen worden om in hun vrije tijd iets te doen wat ze niet leuk vinden. De regering en de ouders van de kinderen moeten dus ervoor zorgen, dat kinderen genoeg vrije tijd krijgen om te spelen.

 

Het recht op bescherming tegen kinderarbeid (art. 32) vinden wij ook een heel belangrijk kinderrecht. Kinderen moeten hun jeugd gebruiken om zich te ontwikkelen (door naar school te gaan en te spelen) en niet om hard te werken, zoals dat in sommige landen (zoals Afghanistan, Somalië, Syrië, India en Zuid-Soedan) nu wel gebeurt. In deze landen moeten kinderen de hele dag heel hard werken in fabrieken om wat geld te verdienen. Dit willen ze meestal niet, maar ze hebben geen andere keus, omdat veel van die kinderen geen ouders hebben die voor hun kunnen zorgen (bijv. omdat ze al dood zijn). Deze kinderen verdienen heel weinig geld, maar ze doen het toch, omdat ze dat geld heel hard nodig hebben om eten en kleren van te kopen. Natuurlijk leren deze kinderen van het werken ook wel wat. Maar wat ze daar leren, is voor hun lang niet genoeg om later alles wat nodig is, goed te kunnen doen. Om voor zichzelf en voor het land een goed en nuttig mens te worden moet een mens veel meer leren, z.a. rekenen, lezen, taal, kinderen opvoeden, beslissingen nemen en omgaan met andere mensen. Daarom mogen kinderen niet werken, maar hun jeugd gebruiken om al deze dingen te leren. Zo kunnen ze later ook nog een goede baan vinden. Dat is niet alleen voor hun zelf, maar ook voor het land goed.

 

Bezoek van het Liliane Fonds.

In deze 1e week is er nóg meer gebeurd in onze klas;

-we hadden het Liliane Fonds uitgenodigd om ons te komen vertellen over de zorg voor gehandicapte kinderen en dat gebeurde op woensdag 6 april.

We hebben ons Kinderrechten lied op papier al klaar en zijn begonnen met het inoefenen ervan.

    

Week 2: 11-15 april

Stap 2

In deze week hebben we weer een beetje gesproken over de 3 kinderrechten. We hebben opgezocht hoeveel kinderen in de wereld op dit moment niet naar school kunnen gaan. Dat zijn er echt heel veel hoor: 132.000.000, terwijl ze net als ons ook recht hebben op onderwijs. Vooral kinderen in landen, waarin er oorlog is (zoals Afghanistan, Somalië, Syrië en Zuid-Soedan) hebben het heel slecht. Er zijn in de wereld op dit moment ook 250.000.000 kinderen die moeten werken, terwijl al die landen ook het Kinderrechtenverdrag hebben ondertekend. Ze hebben dus aangegeven, dat ze tegen kinderarbeid zijn, maar laten de kinderen toch heel hard werken. Omdat de bazen de kinderen heel weinig hoeven te betalen, nemen ze kinderen in dienst i.p.v. ouderen. Daarom hebben de oudere mensen geen baan en dit is een van de redenen dat de armoede in die landen niet opgelost wordt. Wij vinden dat hierin gelijk verandering moet komen. Alle kinderen moeten naar school gaan en men mag het werk van volwassenen niet door kinderen laten inpikken!

 

De opdrachten

De opdrachten waaraan wij moeten werken, hebben we goed met elkaar besproken. Na enige discussie hebben ervoor gekozen om met 2 van de 4 opdrachten aan de slag te gaan:

1.We gaan proberen een eigen school te ontwerpen.

2.We gaan een brief schrijven aan Urmila.

 

Waarom hebben we voor deze 2 opdrachten gekozen?

We hebben in onze klas kinderen die heel goed kunnen verzinnen, tekenen en kleuren. En die willen dus graag een tekening maken over hun droomschool. Er zijn ook kinderen die vinden dat ze op hun school bepaalde lessen missen, z.a. koken en dansen. Verder hebben ze aangegeven, dat ze hun broertje of zusje in de pauze nooit kunnen zien, omdat de lokalen, waarin ze zitten te ver van hun eigen lokaal staan. Volgens hun moeten de scholen anders gebouwd worden, zodat alle kinderen elkaar altijd kunnen zien. Nu hebben de kinderen dus de kans om met een tekening te laten zien, hoe hun ideale school eruit zou moeten zien. Voor het ontwerpen van de eigen school gaan alle kinderen een tekening van een lokaal maken. De kinderen zijn deze week daarmee al aan de slag gegaan en sommige kinderen hebben hun idee al ingeleverd, terwijl anderen daar nog bezig mee zijn.

 

In onze klas zijn er ook kinderen die goed kunnen schrijven en goede vragen kunnen verzinnen. Toen ze hoorden wat Urmila als kind had meegemaakt, waren ze niet alleen erg verbaasd, maar ook woedend dat zoiets in de wereld in deze tijd nog kon gebeuren. Ze willen daarover hun mening geven en aan Urmila ook vragen, wat ze o.a. daar allemaal heeft meegemaakt en hoe het voelt om als slavin te werken bij een ander. Ze zijn bezig een brief te schrijven aan Urmila. 

 

Deze week en de volgende 2 weken gaan we het resultaat samen bekijken en met de leukste tekeningen gaan we proberen een leuke school te ‘’bouwen’’. Juf Nika gaat ons hierbij ook helpen.

We zijn ook al begonnen met het verzinnen van een heleboel andere vragen voor Urmila. 

 

Bezoek Amnesty International

In deze week hebben we op onze uitnodiging ook een bezoek gehad van 2 medewerkers van Amnesty International. Ze hebben ons verteld dat het hun taak is om erop te letten, dat er in alle landen rekening wordt gehouden met de rechten van de mens en dus ook met de rechten van het kind. Gebeurt dat in een land niet, dan schrijven ze een brief naar de regering van dat land om te vragen haar plichten na te komen. Soms helpt hun actie wel, zoals in het geval van een 19-jarige jongen in Egypte, die in de gevangenis was beland, omdat hij voor zijn mening was opgekomen. Hij werd vrijgelaten, dankzij de brief van Amnesty en steun van vele andere mensen over de hele wereld. Ze hebben ons ook een film laten zien van een school in Kenia. In een van de klassen zaten er meer dan 50 kinderen. Na enkele lessen mochten de kinderen samen met de meester voor ontspanning wat rondjes lopen in de klas. Dat is heel leuk. We hebben gezien dat heel veel dingen bij hun anders zijn dan bij ons, maar wij hebben het in ons land toch veel beter dan die kinderen.

 

We gaan ook deze week verder met het inoefenen van ons Kinderrechtenlied.

 

 

Week 3: 17-20 mei 

Opm.:

Volgens planning hadden de afbeelding van de Droomschool van onze groep, de brief en de vragen aan Urmila al in de 4e week van april in de WIKI moeten staan; wegens omstandigheden is het ons echter helaas niet gelukt om dat te doen. Dat is dus nu wel gebeurd.

 

Zo ziet de droomschool van groep 5B eruit.

 

 

 ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ 

Onze brief aan Urmila.

 

Den Haag, 19 mei 2016.

 

Aan Urmila Chaudhry

Nepal

 

Beste Urmila,

Wij zijn kinderen van groep 5B van de Obs De Voorsprong. Dat is een school in Den Haag in Nederland. Toen we van onze meester hoorden dat jij als slavin werd weggegeven, konden wij ons eerst niet voorstellen, dat zoiets in de wereld nog kon voorkomen. Vonden je ouders het niet zielig om je weg te geven aan iemand anders? We vinden de ouders die dat doen heel gemeen en vinden dat ze dat nooit moeten doen. De meester liet ons ook een filmpje zien over wat je hebt meegemaakt. We vinden dat zoiets helemaal niet kan en zijn heel boos op de regering in Nepal. Wij willen dat dit in alle landen waar dit nog gebeurt, helemaal moet veranderen. De VN moet de regeringen in die landen dit verbieden. Om een schuld af te lossen moeten de ouders in Nepal andere oplossingen verzinnen, zoals langer werken en de schuld aflossen met het extra verdiende geld.

 

Lieve Urmila, we vinden het heel knap van je, dat je later toch erachter bent gekomen, dat werken als slavin in Nepal bij wet verboden is en dat je je hebt vrijgevochten. Ook vinden wij het geweldig van je, dat je nu opkomt voor de rechten van alle andere kinderen in de wereld. We hopen dat het je gaat lukken om je doel te bereiken. Blijf je inzetten. Je staat er niet alleen voor: alle kinderen van onze klas staan achter je. Je bent een echte heldin!

 

Beste Urmila, omdat we heel graag willen weten wat je allemaal hebt meegemaakt en hoe het nu met je gaat, hebben we samen meer dan 50 vragen verzonnen, die wij allemaal graag aan jou wilden stellen. Maar, omdat wij weten dat je het heel erg druk hebt, hebben we alleen de 20 allerbelangrijkste daaruit gekozen. Ze staan onderaan deze brief.

 

Kun je alsjeblieft daarop antwoorden? We willen je alvast heel hartelijk bedanken voor de tijd en moeite die je daarvoor gaat nemen.

 

Wij wachten in grote spanning af op de antwoorden op de vragen. 

 

De groetjes van 

Aysun, Zeynep, Marouane, Achraf, Yahya, Yousra, Raihana, Muhammed, Sevval, Hinnan, Arda, Yusuf, Mehmet, Yelda, Yunus, Berat, Sudenaz en Elanur.


Onze vragen van groep 5B aan Urmila Chaudhry

 

Lieve Urmila,

 

-hoe groot was de schuld van je ouders?

-hielden je ouders wel van je?

-vonden je ouders het niet zielig toen je wegging?

-hoe vond jijzelf het om weg te gaan van je familie?

-heb je ook broers en zussen?

 

-hoe lang was je slavin?

-hoe lang moest je elke dag werken?

-kreeg je wel genoeg te eten en te drinken?

-wat moest je allemaal als huisslavin doen?

-vond je het werken bij je baas wel leuk?

 

-mocht je spelen met de kinderen van je baas?

-kreeg je ooit speelgoed van je baas?

-hoe ben je weer vrijgekomen?

-heb je je ouders ooit weer gezien?

-was het je wel gelukt om de schuld af te lossen?

 

-bestaat het Kamalari-systeem in Nepal nog?

-kreeg je straf van je baas als je een fout maakte?

-heb je ook iets geleerd bij je baas?

-hoe vind je het werk dat je nu doet?

 -lukt het je wel om veel kinderen te helpen?

...........................................................................................................................................................

De kinderen hebben deze week geprobeerd een Kinderrecht te verzinnen: ze zijn allemaal eerst alleen aan de slag gegaan. De meeste kinderen dachten een nieuw Kinderrecht te hebben verzonnen, maar die bleken allemaal in het Kinderrechtenverdrag al te staan. Een Kinderrecht verzinnen is dus niet gemakkelijk gebleken voor de kinderen. Toen werd besloten om een bestaand Kinderrecht te verbeteren door het iets uit te breiden. Het reeds bestaande ''recht op onderwijs voor alle kinderen'' werd aangepast. Het werd ''elk kind heeft tot zijn 18e jaar recht op

helemaal gratis onderwijs''. D.w.z. de ouder hoeft voor zijn kind dat jonger is dan 18 jaar geen schoolgeld te betalen. En alle benodigde materialen (w.o. een schoolcomputer), schoolkleding (uniform), vervoer (schoolbus) en schoolconsumptie (brood, fruit en drinken) moet het kind ook nog gratis krijgen. De kinderen vonden dat ze recht hebben op deze voorzieningen ook, want als kinderen verplicht worden tot hun 18e naar school te gaan, dan moet de overheid er ook voor zorgen, dat ze alle gelegenheid daartoe krijgen en dus niets tekortkomen.

 

Week 4: 23-27 mei

*Wat in dit project de meeste indruk op de kinderen heeft gemaakt.

De kinderen wisten eerst niet dat ze zo veel rechten hadden; ze waren erg verbaasd toen ze daar achter kwamen.

Ze wisten ook niet dat er nog veel landen zijn die zich niet houden aan het Kinderrechtenverdrag, hoewel ze dat ook hebben geratificeerd. Veel kinderen wisten ook niet dat er op dit moment miljoenen kinderen zijn die door diverse omstandigheden geen onderwijs (kunnen) krijgen. Wat hen verder ook heeft verbaasd is het nieuws dat zelfs kleine kinderen in sommige landen (bijv. in Nepal) nog steeds als slaven weggegeven worden. Het verhaal van Urmila uit Nepal vonden ze heel zielig. Ze waren wel blij toen ze hoorden dat Urmila zich had vrijgevochten en dat er wereldwijd veel instanties zijn die opkomen voor de kinderrechten. Ze vinden het helemaal ongehoord, dat in sommige landen ouders uit schaamte hun gehandicapte kinderen verstoppen als ze bezoek krijgen. Dat gehandicapte kinderen ook dezelfde rechten hebben als alle andere kinderen vinden ze wel supergoed geregeld. Ook het verhaal van het gehandicapte meisje (zonder handen) dat laatst een schrijfwedstrijd had gewonnen, was voor hen heel indrukwekkend.

 

*De kinderen hebben aan het einde van deze week samen met juf Nika een tekening gemaakt om het aangepaste kinderrecht creatief weer te geven (zie hieronder).

 

 

 

 

 

 


 

Feedback van: (naam van de groep of klas die feedback geeft)

 

 


 

Feedback van: (naam van de groep of klas die feedback geeft)

 

 


We hebben een Skype ontmoeting met ........................ (groep / klas / school)
                                                          op .........................(datum) 

                                                         om .........................(tijdstip)

 




Afronding:

 

*Namens de kinderen hebben we een brief geschreven met voorstellen tot verbetering van een kinderrecht, bestemd voor de jury van het GTP (zie hieronder).

 

Den Haag, 31 mei 2016

 

De jury van Global Teenager Project

(het GTP)

 

Beste juryleden,

 

Wij, de groepen 5 van de Obs De Voorsprong, hebben dit jaar ook meegedaan met de Learning Circle 3. We hebben thuis en ook op school veel werk gedaan over kinderrechten: fel met elkaar gediscussieerd, tekeningen gemaakt, gedichten geschreven, liedjes geleerd en geknutseld. Zo hebben we veel geleerd over kinderrechten en over de landen die ook meegedaan hebben met dit project.

 

Dat in sommige landen kinderen nog steeds als slaven worden weggegeven en dat ouders zich schamen voor hun gehandicapte kinderen, is voor ons onbegrijpelijk. Wij vragen ons af hoe zoiets mogelijk is! Ook vinden wij het triest dat in sommige landen kinderen niet naar school kunnen gaan. Maar wat wij nu ook weten en heel erg waarderen is, dat er gelukkig veel instanties zijn die opkomen voor onze rechten.

 

Wij hebben om dit project af te sluiten, allemaal eerst geprobeerd een nieuw kinderrecht te verzinnen, maar telkens hoorden we van onze leerkracht dat ons ‘’verzonnen’’ kinderrecht al bestond. Toen besloten we maar om een bestaand kinderrecht te verbeteren. Het ‘’Recht op onderwijs voor alle kinderen’’ vinden een goed recht. Maar toch denken we dat hierin iets heel belangrijks nog ontbreekt. Het moet volgens ons zijn: ‘’Recht op helemaal gratis onderwijs tot 18 jaar voor alle kinderen''.  Inschrijfgeld en alle benodigde schoolmaterialen(w.o. een schoolcomputer per kind), schoolkleding (uniform) en schoeisel,schoolvervoer (bijv. schoolbus) en schoolconsumptie(brood, fruit en drinken) moet het kind dus ook krijgen. Als kinderen verplicht worden tot hun 18e naar school te gaan, dan vinden we dat de overheid tot die leeftijd ook de kosten van hun studie moet betalen. Zo krijgen alle kinderen overal gelijke kansen om te leren.

Wij willen verder meer lessen in creativiteit op alle scholen, zodat kinderen zich ook daarin kunnen ontwikkelen. Leerkrachten uit landen met creatieve vakken (muziek, drama, tekenen en schilderen, dans en techniek) op school, kunnen dan les gaan geven aan leerkrachten in landen waar dit ontbreekt. Deze leerkrachten kunnen dan op hun beurt dat weer aan de kinderen daar leren. Ook hierbij geldt dat de regeringen de materialen en de lessen moeten betalen! 

Wij begrijpen dat deze maatregelen het land veel geld gaan kosten, maar het is volgens ons toch belangrijk om dit te doen, want geschoolde en creatieve mensen zijn nodig om het land vooruit te brengen. Zo kan het land het geld weer snel terugverdienen en hebben alle kinderen later ook een grotere kans om een beroep te kiezen, dat bij hen past en waar ze ook gelukkig mee zijn.  

Een deel van het geld dat nu besteed wordt aan onderwijs, kan dan hiervoor gebruikt worden. Hulporganisaties kunnen dit initiatief ondersteunen.

Wij hopen dat u het recht op onderwijs kunt helpen aanpassen, zoals wij dat voorstellen.

 

Alvast onze dank voor uw inzet!

 

Met vriendelijke groet,

Groepen 5A en 5B

Ruysdaelstraat 11

2525 AA  Den Haag

Nederland

 

 

*Nepal: het ingezamelde geld voor de bouw van een school in Nepal komt op korte termijn in de daarvoor bestemde pot en wordt overgemaakt op haar bankrekeningnummer.

 

 



 

Evaluatie:

 

Wat ging goed?

Dit is de 1e keer dat ik deelgenomen heb aan de L.C. De verwerking van de resultaten van de inspanningen in de klas is toch iets makkelijker verlopen dan ik aanvankelijk had verwacht, dit mede dankzij o.a. de positieve feedback van (was motiverend, maar ook aanzettend tot actie) en handreikingen (z.a. de doordenkvragen) door de projectleiders Bob en Manon. Zonder de ontvangen doordenkvragen zou het mij misschien wat meer moeite hebben gekost om de opgegeven taak goed uit te voeren. De kinderen waren altijd heel actief betrokken bij de lessen, vooral met de creatieve opdrachten. Voor bepaalde informatie/lessen over de deelnemende landen (z.a. de slavernij in Suriname, het gebrek aan vele kindervoorzieningen in sommige landen en de kinderslavernij in Nepal) was er onder de kinderen veel belangstelling. Het bedenken van creatieve ideeën (z.a. gedichten) door de kinderen ging goed, maar het grammaticaal goed verwoorden/formuleren ervan (voor plaatsing in de Wiki) is voor kinderen van die leeftijd nog wel een probleem gebleken. Dit is om deze reden voor mij weliswaar een nogal tijdrovende bezigheid geweest, maar deze actie is (omwille van de zorgvuldigheid van de uitwerking) naar mijn mening toch wel noodzakelijk en nuttig geweest.

 

Wat ging niet goed?

-het leggen van contacten met de buitenlandse scholen (Suriname); we hebben ons best gedaan om een Skype-ontmoeting voor elkaar te krijgen, maar hebben op onze uitnodiging helaas geen reactie ontvangen;

-we hebben de bijdrage/uitwerking van veel deelnemende scholen gemist.

-het opnemen van tekst in de Wiki was voor mij na enige tijd geen probleem meer, maar voor het plaatsen van afbeeldingen heb ik vrijwel altijd dankbaar gebruik mogen maken van de hulp van onze ICT-medewerker.

 

Verbeter-/aandachtspunten:

-hoe kunnen we met minder inspanningen succesvol contact leggen met een school in het buitenland;

-er moet ook iets gevonden worden om de deelnemende scholen te motiveren om hun bijdrage tijdig in de Wiki te doen.

 

Tips

-de pro- en postbijeenkomsten pas organiseren als genoeg deelnemers hebben aangegeven aanwezig te zijn;

-omdat LKP ook zoveel inspanningen van de leerkracht vereist, moet die opgenomen worden in de normjaartaak; dit is bij ons al gebeurd; elke deelnemer mag bij ons 40 uur bijschrijven op zijn normjaartaak; aan u het voorstel om ook de andere scholen hierop attent te maken; dan zijn ze misschien beter gemotiveerd om de taken uit te voeren;

-voorstel om het LKP-gebeuren per parallelgroep te doen plaatsvinden, met 1 uitwerking per parallelgroep (bijv. de groepen 5 samen); zo kunnen o.a. de uit te voeren taken beter verdeeld worden;

 

Tops

-de vrijwel onmiddellijke positieve feedback door Manon, na plaatsing van een stuk in de Wiki;

-de handreiking van de projectleiders Manon en Bob (doordenkvragen en voorbeelden als richtlijnen om ons werk te verduidelijken/vergemakkelijken);

-de periodieke informatieve nieuwsbrieven vond ik heel fijn om door te nemen (waren motiverend en aanzettend om in actie te komen).

 


 

 

Den Haag, 19 mei 2016.

 

Urmila Chaudhry

Nepal

 

Beste Urmila,

Wij zijn kinderen van groep 5B van de Obs De Voorsprong. Dat is een school in Den Haag in Nederland. Toen we van onze meester hoorden dat jij als slavin werd weggegeven, konden wij ons eerst niet voorstellen, dat zoiets in de wereld nog kon voorkomen. Vonden je ouders het niet zielig om je weg te geven aan iemand anders? We vinden de ouders die dat doen heel gemeen en vinden dat ze dat nooit moeten doen. De meester liet ons ook een filmpje zien over wat je hebt meegemaakt. We vinden dat zoiets helemaal niet kan en zijn heel boos op de regering in Nepal. Wij willen dat dit in alle landen waar dit nog gebeurt, helemaal moet veranderen. De VN moet de regeringen in die landen dit verbieden. Om een schuld af te lossen moeten de ouders in Nepal andere oplossingen verzinnen, zoals langer werken en de schuld aflossen met het extra verdiende geld.

 

Lieve Urmila, we vinden het heel knap van je, dat je later toch erachter bent gekomen, dat werken als slavin in Nepal bij wet verboden is en dat je je hebt vrijgevochten. Ook vinden wij het geweldig van je, dat je nu opkomt voor de rechten van alle andere kinderen in de wereld. We hopen dat het je gaat lukken om je doel te bereiken. Blijf je inzetten. Je staat er niet alleen voor: alle kinderen van onze klas staan achter je. Je bent een echte heldin!

 

Beste Urmila, omdat we heel graag willen weten wat je allemaal hebt meegemaakt en hoe het nu met je gaat, hebben we samen meer dan 50 vragen verzonnen, die wij allemaal graag aan jou wilden stellen. Maar, omdat wij weten dat je het heel erg druk hebt, hebben we alleen de 20 allerbelangrijkste daaruit gekozen. Ze staan onderaan deze brief.

 

Kun je alsjeblieft daarop antwoorden? We willen je alvast heel hartelijk bedanken voor de tijd en moeite die je daarvoor gaat nemen.

 

Wij wachten in grote spanning af op de antwoorden op de vragen.

 

De groetjes van

Aysun, Zeynep, Marouane, Achraf, Yahya, Yousra, Raihana, Muhammed, Sevval, Hinnan, Arda, Yusuf, Mehmet, Yelda, Yunus, Berat, Sudenaz en Elanur. 

Vragen van groep 5B aan Urmila Chaudhry

 

Lieve Urmila,

 

-hoe groot was de schuld van je ouders?

-hielden je ouders wel van je?

-vonden je ouders het niet zielig toen je wegging?

-hoe vond jijzelf het om weg te gaan van je familie?

-heb je ook broers en zussen?

 

-hoe lang was je slavin?

-hoe lang moest je elke dag werken?

-kreeg je wel genoeg te eten en te drinken?

-wat moest je allemaal als huisslavin doen?

-vond je het werken bij je baas wel leuk?

 

-mocht je spelen met de kinderen van je baas?

-kreeg je ooit speelgoed van je baas?

-hoe ben je weer vrijgekomen?

-heb je je ouders ooit weer gezien?

-was het je wel gelukt om de schuld af te lossen?

 

-bestaat het Kamalari-systeem in Nepal nog?

-kreeg je straf van je baas als je een fout maakte?

-heb je ook iets geleerd bij je baas?

-hoe vind je het werk dat je nu doet?

-lukt het je wel om veel kinderen te helpen?

 

Comments (3)

Manon van Herwijnen said

at 12:06 pm on Apr 3, 2016

Tjonge, wat ben ik onder de indruk van al jullie gedichtjes. Jullie zijn er echt 'ingedoken' en zijn met al jullie uitleg een inspiratie voor de andere deelnemers!

Wat zijn wij blij met het nieuws dat ook jullie klusjes willen doen om geld in te zamelen! Wij werken samen met 'Stichting Maya' om in Nepal de herbouw van een school mogelijk te maken. Samen met hen, het expeditieteam van Lyceum De Grundel zijn we in maart in Nepal geweest : http://www.ict-edu.nl/reisverslag/expeditie-nepal-2015-16-reisverslag/
In de wiki voor Nepal (zijbalk) vinden jullie ook het rekeningnummer, het geld van de acties van leerlingen van de Circles gaat dan rechtstreeks naar de nieuwe school in Nepal!

Nila Pershad said

at 1:42 pm on Mar 13, 2016

Mooie pagina en een bijzondere klas. Succes met de uitdagingen.

Manon van Herwijnen said

at 3:28 pm on Feb 19, 2016

Welkom groep 5B uit Den Haag! Wat fijn om te zien dat jullie al zo in beweging komen voor kinderrechten. Top!

You don't have permission to comment on this page.